Bestemming bereikt?
De toekomst van de gouden koets
Na een discussie van meer dan tien jaar, verwachtte men na de restauratie en de museumtentoonstelling een uitspraak van de koning over de toekomst van de Gouden Koets. De conclusie van zijn uitspraak: de Gouden Koets kan pas weer rijden als Nederland daar klaar voor is. Geen definitieve verwijdering, ook geen museumstuk en geen groen licht voor Prinsjesdag, maar eigenlijk een voortzetting van het debat. Wie maakt deze beslissing nu eigenlijk en wat is er nodig om een weg uit het debat te vinden?
​
VAN WIE IS DE GOUDEN KOETS EIGENLIJK?
In 1989 werd de Gouden Koets aan koningin Wilhelmina geschonken door de inwoners van de stad Amsterdam. Het was een cadeau voor de toen achttienjarige Wilhelmina voor haar inhulding als eerste vrouw op de Nederlandse troon. Ondanks dat de jonge koningin liever geen geschenken wilde ontvangen voor deze plechtigheid, nam ze het cadeau een dag na haar inhuldiging officieel in ontvangst en gebruikte ze de koets in 1901 voor het eerst tijdens haar huwelijksdag. Van een persoonlijk cadeau aan Wilhelmina, naar beladen erfgoed en punt van discussie in de samenleving. Ondanks dat het een cadeau was aan de jonge koningin, is de Gouden Koets niet persoonlijk bezit van haar erfgenamen.
Peter Rehwinkel, voormalig woordvoerder in de Tweede en Eerste Kamer voor staatsrechtelijke vraagstukken, koninklijk huis en binnenlandsbestuur, zegt dat de Gouden Koets geen eigendom is van de koning, zoals het rijtuig dat wel was voor Wilhelmina. In 1968 werd de koets namelijk ondergebracht in de Stichting Kroongoederen, waarin alle voorwerpen verzameld zijn die de kroondrager nodig heeft voor de uitoefening van zijn koninklijke waardigheid. Naast de Gouden Koets, kun je denken aan galatuigage voor de paarden, maar ook aan ceremoniële serviezen en zilveren tafelstukken. Het enige bestuurslid van deze stichting is echter de kroondrager, op dit moment dus koning Willem-Alexander. Bij een liquidatie van de stichting gaan de verzamelde voorwerpen terug naar de afstammelingen van koningin Wilhelmina.
​
​
Het laatste woord
Zolang de Gouden Koets in de Stichting Kroongoederen is ondergebracht, is het rijtuig dus geen persoonlijk eigendom van de koning. Maar als koning Willem-Alexander het enige bestuurslid is, maakt hij dan niet uiteindelijk de beslissing over wat er met deze objecten gebeurt? Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst is het de koning die beslist over zijn eigen vervoer, maar Rehwinkel stelt dat vanaf het moment zaken invloed hebben op het openbaar belang, andere zaken en partijen gaan meespelen. ,,Natuurlijk heeft de koning een privéleven, maar voor al het doen en laten van de koning bestaat een zogenaamde ministeriële verantwoordelijkheid,” vertelt Rehwinkel. ,,Dus zodra het openbaar belang aan de orde is, en dat zou het laten rijden van de Gouden Koets op dit moment nu echt zijn, dan staat daar ministeriële verantwoordelijkheid voor.” Daarmee is het maken van een beslissing dus niet alleen een zaak voor de koning. Rehwinkel vermoedt dan ook dat de uitspraak in de videoboodschap van januari, in afstemming is geweest met de minister-president.
​
Peter Rehwinkel
Naast de invloed van de minister-president, kun je het aangezwengelde politieke debat ook enkel invloed toerekenen. Omdat het de gemoederen in de samenleving actief bezighoudt, transformeert het in een zaak van openbaar belang en geeft dit een impuls voor actie. Ook oud-politicus Harry van Bommel denkt dat het publieke debat invloed kan hebben gehad op de huidige uitspraak van de koning. ,,De koning komt tot een uitspraak in overleg met de minister-president en zijn adviseurs. Zolang de discussie gevoerd wordt en beladen is, zal niemand het in zijn hoofd halen om te zeggen ‘joh, we gaan weer met de Gouden Koets rijden.' Dus ja, er is invloed, maar deze is niet een-op-een hetzelfde als doorslaggevend.
​
De tijd zal het leren
De uitspraak in de videoboodschap van de koning legt de bal eigenlijk weer bij de samenleving. Er is een gezamenlijke inspanning nodig en we moeten samen de weg van verzoening afleggen. Alleen dan kan de Gouden Koets weer rijden op Prinsjesdag, zegt de koning. Ook al verdwijnt de koets voorlopig van het toneel, de optie dat het rijtuig in de toekomst weer zou kunnen gaan rijden, zorgt voor teleurstelling bij groepen die een duidelijker standpunt hadden verwacht. Tegelijkertijd geeft het misschien hoop aan mensen die de koets graag nog een keer willen zien rijden. Het open einde doet vermoeden dat de discussie opnieuw van start kan gaan, maar het biedt misschien ook wel een krachtige middel voor het komen tot een oplossing: tijd.
​
"Waarom zou je zoveel discussie oproepen als het ook op een andere manier kan."
Volgens Van Bommel is het een bekende politieke tactiek: je stelt iets net zo lang uit, totdat mensen aan iets anders gewend zijn. Over twintig jaar zal iemand zich vanzelf afvragen wat er eigenlijk ook alweer met de Gouden Koets was gebeurd. Henri Beunders, hoogleraar in de publieke opinie aan de Erasmus Universiteit, bevestigt de uitspraak van Van Bommel. Daarbij vertelt de hoogleraar dat het principe van tijd, ruimte biedt om het perspectief van mensen te veranderen. In verloop van tijd kunnen mensen anders tegen hetzelfde probleem aankijken.
​
Ook Marielies Schelhaas van de Nederlandse Unesco Commissie denkt dat tijd een helende en belangrijke rol speelt in het debat rondom erfgoed. Schelhaas vermoedt dat de restauratie van de Gouden Koets zorgde voor een discussie die minder op de spits werd gedreven in vergelijking met de zwartepietendiscussie. Maar de discussie kon wel gevoerd blijven worden en dat gaf mensen extra tijd en ruimte om alternatieven te ontwikkelen. ,,Je weet dat het anders kan, want het moest anders. Eerst vanuit restauratieredenen, waarbij je dacht: 'nou dan komt die de volgende keer wel weer'. Nu denk je: 'ach ja, die andere koets is ook mooi. Waarom zou je zoveel discussie oproepen als het ook op een andere manier kan'.”
De Glazen Koets op Prinsjesdag 2016, het vervangende rijtuig voor de koning en koningin tijdens de restauratie van de Gouden Koets. De Glazen Koets is nog ouder dan de Gouden Koets en het rijtuig dat voorlopig te zien zal zijn op Prinsjesdag.
​
​
​
​
​
​
Afbeelding: FaceMePLS; Flickr CC
Historica Susan Legêne pleitte aan de start van de discussie voor het laten rijden van de koets, zodat men naar het paneel kon kijken om te begrijpen hoe het koloniale verleden doorwerkt in de dynamiek van de huidige samenleving. Nu lijkt dat proces volgens haar ten einde te komen, maar dat maakt het proces van reflecteren niet minder belangrijk. Legêne hoopt dat instellingen het denken over dit soort kwesties niet stopzetten. Zelf vond ze de keuze van de koning om de koets op stal te houden de beste keuze. ,,Het houdt de zaak open en je houdt de collectie compleet,” zegt Legêne. “Nu houd je het bij de paarden, plaats je het bij de andere koetsen en geef je ruimte voor het hebben van lastig erfgoed. Het museum is geen eindstation.”
​